
We staan de volgende dag vroeg op om op tijd bij het ontbijtbuffet te zijn, want dat is slechts tot negen uur geopend. Als we uit het raam kijken zien we dat we weinig geluk hebben met het weer, want de lucht is grijs en er valt regelmatig motregen naar beneden. Via de Avenue de la Gare lopen we naar het park langs de Petruse. Dit is het park dat het stationsdeel van de stad scheidt van het oude centrum. Het park is ondanks de sombere dag erg mooi. De bomen hebben allemaal andere herfstkleuren en worden afgewisseld met bruggen over de Petrusse, huizen en een fontein. We lopen eerst richting de Pont Adolphe en iets voorbij deze brug keren we om en gaan we richting Grund. We lopen Grund binnen waar de Petrusse uitmondt in de grotere rivier de Alzette. In Grund steken we de rivier Alzette over en lopen verder richting de abdij. We komen hier langs een museum, het Musée national d'histoire naturelle. Mede omdat het wat harder begint te regenen willen we hier wel naar binnen, maar dit museum blijkt tijdelijk dicht te zitten. We lopen verder richting de abdij en ook deze blijkt niet toegankelijk te zijn. We steken bij de oude wachttorens de Alzette weer over en klimmen weer naar het oude centrum, aan de oostkant waar we gisteren al van het uitzicht hadden genoten.
Het fort Bock (casemates) blijkt vandaag open te zijn en we gaan graag naar binnen, niet alleen omdat ik oude forten interessant vind, maar ook om even uit de regen te zijn. Van het fort is bovengronds niet veel meer over, maar onder de grond zijn nog allemaal tunnels en gangen te vinden, deels uitgehakt uit de rots en deels met stenen gebouwd. Het centrale deel is ruim, maar voor de verre gangen is het handig om geen aanleg voor claustrofobie te hebben. Op weg naar de uitgang van Bock gaan we via deel I waardoor we via een smalle wenteltrap afdalen tot het grondniveau van het dal van de Alzette, en iets later weer enkele tientallen meters via eenzelfde smalle wenteltrap omhoog moeten lopen. Het is allemaal erg avontuurlijk.
Als we uit het fort komen is het tijd om de lunchen en in een zijstraat van het Place D'Armes eten we wat bij La Piazza. Bij La Piazza is niet de zeepbak geautomatiseerd, maar de kraan. Deze zou door middel van een sensor moeten zien dat ik mijn handen ervoor houdt, en dan water moeten laten stromen. Dit werkt echter niet, er komt geen water uit. Tijdens het eten bepalen we wat we in de middag gaan doen, en we besluiten naar fort Thüngen te lopen als het weer het een beetje toe laat. Het fort ligt op de andere helling van het Alzette-dal in de richting van het Europese centrum, en volgens het Marco Polo-boekje zouden de beide musea bij het fort nog in aanbouw zijn, maar al wel toegankelijk.
Het eerste deel van de wandeling gaat erg voorspoedig. Tegenover restaurant Steiler bezoeken we nog even de kerk St. Michel en vervolgens lopen we verder naar beneden langs de casemates. We kruizen de Alzette naast de spoorbrug. We besluiten om via Rue Vauban te lopen, zodat we eerst nog een stukje richting de grote Pont Grande-Duchesse Charlotte lopen. Het zijstraatje dat hier zou moeten zijn kunnen we echter niet vinden. Gelukkig heeft de kaart een alternatief en lopen we weer terug richting spoorbrug. Vlak na de spoorbrug zou een ander paadje naar het fort moeten leiden. Dit paadje is echter afgezet met een groot hek, en dat dwingt ons om via de verharde weg een flink stuk om te lopen.
Als we uiteindelijk in de buurt van fort Thüngen komen is het er één grote modderpoel. Er wordt nog steeds flink aan beide musea gebouwd. Deze musea blijken onder één dak te zitten en zijn ontworpen door Pei. We lopen door de modder om de musea heen. De pijlen die eerst nog aangeven hoe de ingang te bereiken is zijn verderop echter onvindbaar. We zien alleen een bordje naar een restaurant en omdat het steeds harder begint te regenen lopen we daar naar toe. Het restaurant zit dicht en maakt bovendien de indruk dat het al een tijdje dicht zit. Ook het uitzicht valt tegen, want we kunnen het centrum van de stad niet goed zien, er staan allemaal mooi-gekleurde bomen in beeld. Na enig zoeken vinden we ergens achter een auto wel een doorgang naar de ingang van het museum, maar helaas is het museum al een paar maanden dicht. Omdat het museum en het fort deels samenvallen, is ook het fort niet toegankelijk en kunnen we weer teruglopen.
Ellen stelt voor om een andere route terug te nemen, en uiteindelijk lopen we via de Pont Grande-Duchesse Charlotte (de grote rode brug) terug naar het centrum. Vanaf de brug is het uitzicht over het Alzette-dal erg mooi. Via de parken ten noorden en westen van het centrum lopen we terug naar het hotel en frissen we ons een beetje op voor het diner.
's Avonds lopen we weer de stad is om te gaan eten. We besluiten op zoek te gaan naar de Bredewee, een restaurant uit de Marco Polo-gids. We kunnen het restaurant met de nodige moeite wel vinden, maar het maakt een uitgestorven indruk. We lopen weer richting Um Bock, want daar hebben we een Grieks restaurant gezien: To Kastro . We besluiten bij dat Griekse restaurant te gaan eten. Het restaurant is in de oude kelders gevestigd. Het heeft een leuke sfeer en bovendien is het eten erg smakelijk. Na het eten lopen we terug naar het hotel, en vallen we snel in slaap.